Klik hier voor al Jan's oneliners | Week 47 |
<<< Terug |
Trieste
ogen Ik
heb afgelopen week een goed gesprek gehad met een Schotse hooglander in het
Ruigeplaatbos. Na het bijwonen van een receptie, daar is er in Hoogvliet
bijna elke week wel een van te vinden, had ik een half uurtje tijd voor
mezelf en wilde even uitwaaien in ons eigen natuurgebied. Ik baggerde door
de blubber, want in het kader van ‘de natuur moet je aan de natuur
geven’ had men de begaanbaarheid maar meteen weggenomen door de paden op
te rollen en als verkeersheuvels in de stad weer neer te kwakken. Toen ik
met mijn slippers, want schoenen hou ik niet van, bij de bruine koetjes uit
schotland kwam, keken deze me zielig en mistroostig aan, ze hadden het met
mij of henzelf erg te doen. Eerst wist ik niet wat ik moest zeggen, ik praat
uiteindelijk ook niet elke dag met zo’n ding. Maar ik begon eerst maar
eens over de kop van de grootste te aaien, en meteen was het ijs gebroken.
Ik vroeg aan Cornelis, ik noem ‘het’ maar even zo, want ik weet niks
beters te verzinnen, hoe het ging na al die weken tussen al die latjes. Het
dier hief zijn kop op en keek me recht in de ogen, ik werd er nerveus van
want het was jaren geleden dat ik zo’n intiem oogcontact had gehad. Toch
begreep ik in een oogopslag dat het dier het niet naar de zin had. Een
Schotse koe hoort in Schotland, niet in een brakwatergetijdengebied (vier
maal woordwaarde) ergens in Hoogvliet! Maar ja, natuurliefhebbers hadden nu
eenmaal besloten dat dit het beste was voor het Ruigeplaatbos, dus wat heb
je dan nog in te brengen. Ik heb de koei doorgestuurd naar het RIAGG, niet
dat dat hem verder zal helpen, want dat gebeurd in de regel niet echt, maar
je moet toch wat. Jan Koopmans |