De Columnist

Jan Koopmans


 
Jan's stukkie
Week 37
 

Barricaden

Er staat een heerlijk muziekje uit vervlogen tijden naast me te draaien. Bridge over Troubled waters van Simon en Garfunkel. Tamme tijden denkt u natuurlijk. Maar tam waren '‘wij'’ in de zestiger en zeventiger jaren zeker niet! Mijmerend over die tijd kom ik terecht op de vechtlust van de burger. Waar is die vechtlust? Vroeger stond je op de barricaden als er wat te verdedigen was of bereikt moest worden. Protesten en harde acties tegen het gezag als het nodig was. Bossen werden voor kappen behoed, leegstaande panden werden gekraakt, pil kwam in het ziekenfonds en abortus werd vrij dankzij de Dolle Mina’s. Onhebbelijke beslissingen van onkundige (ja ook toen al) regeringen werden met acties de grond ingeboord. Toch ging de ontmanteling van het Koninkrijk der Nederlanden gestaag door. Fokker vloog de deur uit, de scheepsbouw zonk af naar diepere wateren, de veeteelt eindigde in een kadaver, de autofabrieken gingen een straatje om en verdwenen naar Zweden, de visserij werd in het net gevangen en sterft bijna uit door allerlei regeltjes en eisen en ga zo maar even door. Steeds waren er protesten, maar de stemmen werden zwakker.
Nu is men bezig het meest belangrijke in het leven, de gezondheidszorg af te breken, de vutters failliet te laten gaan en Nederland monddood te maken in Europa. Niks nozems of provo’s die massaal de barricaden op gaan, nee iedereen zit achter zijn playstation of DVD speler te kankeren over de hoge prijzen. Ja ik deed ook mee in die goeie ouwe tijd, de tijd van seksuele vrijheid, de communes, de snelbrommers, de lekkere wijven, de echte autopeds met wielen die het ook deden op klinkerwegen, de tandem, de Solex en de verse patat bij elke snackbar, die dingen maakten het leven waard om geleefd te worden. Ook toen was er onvrede over bepaalde zaken, dat was, is en zal komen, daar doe je niks tegen, maar zo tam en mak en vooral ‘niksdoenerig’ als tegenwoordig heb ik het nog niet meegemaakt. Soms steek ik wel eens ergens mijn nek voor uit, maar nee hoor, men schijt peuken om iets te ondernemen of men onderkent het probleem omdat men liever voor de derde keer naar ‘In de ban van de ring’ gaat zitten kijken of de zoveelste vakantie alvast gaat boeken. ‘Het helpt toch niet’, ‘wat heeft het voor zin?’ en ‘Mij niet gezien’ zit in het taalgebruik ingebakken, net als de eentjes en nulletjes op de cd-rom.
Vroeger, en dat heeft niks met gebakken aardappeltjes van doen, had je vrienden, buren en vooral medestanders, je ging samen ergens voor. Tegenwoordig is iedereen een individu dat slechts zijn partner of huisdier ziet als vertrouweling en verder de rolluiken sluit om de ellende maar niet te zien. Iedereen is ook bang, bang om de baan te verliezen, bang om ziek te worden, bang om van iets doms beschuldigd te worden, bang van de deurwaarder, bang van de telefoonrekening en vooral bang voor alles wat maar een verstoring kan zijn bij het genieten van de zoveelste pizza tijdens het surfen over het internet.
We hebben het in Nederland nog niet zo slecht, dat is zo en dat zeg ik ook vaak. Maar vroeger, alweer die aardappelen, hadden we het in vergelijking met omliggende landen niet zo slecht, tegenwoordig moeten we ons al met verderop gelegen landen vergelijken want een paar grenzen verderop is het ondertussen al beter dan hier. Als ik dan zoals vorige week ook nog onze Harry Potter de heer Bush, bekend van Combat en WOIII, een hand zie geven en hoor dat het zijn grote vriend is dan vrees ik het ergste voor ons land. U vraagt zich af of ik dan nooit bang ben? Ja, dat ben ik best, bang voor de toekomst van mijn kinderen en vooral erg bang dat ik nog gelijk heb ook.

Jan Koopmans








Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org