De Columnist

Jan Koopmans


 
Jan's stukkie
Week 43
 

Dieptriestus

Vanaf mijn vakantieverblijf in Tussenwater hou ik u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Onze dochter is druk doende om samen met haar eega hun boeltje bij ons in het huis te proppen. Dat lukt aardig en als we toestemming krijgen het dak er af te halen past het straks vast allemaal. Soms heb ik zo mijn twijfels over bepaalde dingen die nu plotseling in ons optrekje verschijnen. Mijn Jootje en ik hebben er jaren overgedaan al onze kamerplanten te laten uitsterven dan wel door gebrek aan water het loodje te laten leggen. Dat was ons gelukt, nooit meer gietertjes vullen om hang-, plak en staplanten te voorzien van vocht. Geen stoffige bladeren meer en ompotten elk jaar was van de baan. Maar nu kwam onze jongste teerling plotsklaps aangelopen met een enorme plant die het midden houdt tussen een tropisch regenwoud en de grienden in de Biesbos. Een op een fallus gelijkende stam die op een wel heel strategische plaats een enorm spruitsel heeft van harige maar vooral lange bladderachtige stengels die een kruising zijn van de pruik van Tina Turner en de vlechten van Bob Marly. Het geheel is gevat in een zinken emmer die reeds de eerste sporen vertoont van oxidatief verval (voor de leek: hij begint te roesten).
Het monster staat nu op de kruising kamer keuken, net in de bocht bij de dressoir, zodat alle huisgenoten met hun broekspijpen of rokzomen functioneren als automatische plumeaus die de bladeren stofvrij houden. De plant heeft evenwel een dermate verdrietige uitstraling, het lijkt wel een treurwilg naast een begraafplaats, dat we een beetje meelij hebben met dit diep trieste hoopje natuur. Nou ja natuur, een plant in een pot is net als een vogel in een kooi of een vis in een kom natuurlijk geen natuur meer, dat is meer ‘kul’ tuur. We hebben in alle plantenboeken gekeken om te zien of we de originele naam voor dit wonder in een emmer konden vinden, maar we hadden geen succes zodat we zelf maar een 'Latijnse’ naam hebben verzonnen: '‘dieptriestus-emmeralis', dat vonden we het meest toepasselijk. Maar er zijn meer veranderingen in huisje Koopkracht. Zo hebben we hier inmiddels de 24- uurs economie ingevoerd in verband met het verschonen van luiers, vullen en opwarmen van flessen en het rooster voor het in slaap wiegen van kleinkind vier. Ik zelf heb het grote na, pardon voordeel, dat ik nogal vast slaap en doordoor kan ik ‘helaas’ niet altijd direct ingrijpen bij de plotselinge huilbuien van onze trots. Trouwens de omgang met Calvé gevulde luiers was nooit mijn sterkste punt. We hebben nu ook een intercom, in de volksmond een babyfoon, zodat we elke ademtocht en krijsbui goed kunnen horen. Daarnaast houden we tevens nog een groot aantal andere baby’s in de buurt in de gaten want anno 2003 verkopen ze babyfoons die allemaal maar twee kanalen hebben zodat je meteen een netwerk van kinderen in je kamer binnen hoort komen. Gelukkig zijn de meeste kinderen niet van ons en hoeven we niet meteen naar de magnetron te rennen om flesjes te verwarmen (waar is die goeie ouwe flessen verwarmer gebleven?). En zo ziet u maar, mijn weekje werkvakantie verveel ik me niet, er is zat te doen en ik heb ook nog aan u gedacht door hier mijn verslag weer te geven. Ik ‘spreek’ u volgende week weer, dan is mijn werkvakantie voorbij zodat ik lekker kan uitrusten en u weer kan voorzien van objectieve epistels, waarin ik niet mag liegen, wel een beetje jammer eigenlijk.

Jan Koopmans








Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org