Humor en treurnis
Mag je eigenlijk na een
week waarin veel ellende heeft plaats gevonden nog wel een ‘leuk’
stukkie schrijven? Ik vroeg me dat werkelijk af toen ik met dit epistel
wilde beginnen. Een leraar die dood werd geschoten, nog een paar mensen in
Amsterdam die op straat werden ontdaan van hun laatste ademtocht, een paar
moorden in Rotterdam, met als klapstuk op zaterdagavond drie mannen in één
klap en dan nog het trieste ongeval hier bij ons op de Spijkenisserbrug waar
een dode en een zwaar gewonde bij viel. Wie ben ik dan om vrolijk te doen en
te proberen u een glimlach om te mond te laten creëren?
Maar ja, bij de pakken neerzitten is ook de weg niet, ik weet nog dat veel
mensen die in de tweede wereldoorlog hebben moeten creperen altijd zeiden
dat humor hen op de been hield. Het gaat niet goed met de verdraagzaamheid
en soms lijkt het wel of er kwade geesten bezig zijn de wereld aan te zetten
tot haat jegens elkaar. Mars is de planeet, volgens de legende, van de
oorlog. Zou het mogelijkerwijs zo kunnen zijn dat onze Europese marslander
niet werkt omdat een bewoner van die planeet het ding op z’n kop heeft
gekregen en nu uit wraak allerlei boze moleculen naar onze aardbol zend?
Ja,
maak er maar weer grapjes over hoor ik u denken, maar humor maakt overleven
toch mogelijk? Trouwens veel
drama’s hebben ook een lachwekkende zijde. Een van onze honden
confronteerde ons daar vorige week mee. De grootste, dus die met de meeste
darminhoud, had kou gevat en kreeg last van buikloop. Wij mensen hebben dat
ook wel eens en dan is het rennen of uitglijden geblazen. Zo’n hond is
natuurlijk afhankelijk van ons mensen want deuren kunnen ze niet zelf openen
en trouwens zo’n Foundlander wil ik niet op mijn plee hebben. Dus, u raadt
het al, liep onze brave lieve viervoeter helemaal leeg tijdens een onbewaakt
moment voor de tuindeur, keurig op het kleed en de rails van het
vliegenscherm. Mijn eega, wat moet ik zonder haar, kan net iets beter tegen
onverwachte geuren en brijerige smurrie dan ik, dus bleek zij de juiste
persoon te zijn om de reddingactie van ons kleed in werking te zetten. Ik
heb natuurlijk als de beste stuurman aan wal vanaf mijn hoger gelegen
kantoor geestelijke ondersteuning gegeven, dat doe je als liefhebbende man.
Kritiek moment in de nobele actie van mijn eega was het reinigen van de
smalle rail van het vliegenscherm (hor). Het gootje stond vol met de brij en
ze heeft, hoe vindingrijk, met een theelepeltje staan scheppen om het ergste
te verwijderen. Daarna volgde een enorme aanval met bleekwater, bijna kregen
we last met DCMR, en toen stonk het huis niet meer naar Foundlander maar
gewoon zoals het hoort naar Botlek.
En zo zie je maar dat ellende ook wat leuks kan opleveren, ik heb mijn
column en mijn Jootje zit hier nu uit nijd een zak pinda’s leeg te eten,
wat zal ze blij zijn als ze dit leest!
Maar al met al is leuk doen eigenlijk het verbloemen van ellende, maar ja,
wat is daar eigenlijk tegen? Humor die losstaat van wreedheid kan dan ook
best, galgenhumor is te triest voor woorden. Over leed van anderen maak je
geen grapjes, toch gebeurt dat. Er zijn al grapjes over die leraar, dat zijn
grappenmakers die zelf vast nooit voor de klas zullen staan.
Maar goed, we moeten verder in het leven, daarbij mogen en moeten we
positief blijven denken en mag humor best een boventoon voeren, als we maar
niet vergeten dat er ook mensen zijn die even niks te lachen hebben.
Jan
Koopmans
|