Glibberen
Terwijl onze kleinzoon van amper
acht maanden oud verwonderlijk voor het raam naar de witte sneeuwvlokjes zat
te kijken viel buiten onze New Foundlander met zijn blafbek op de keien
omdat zijn harige poten niet gewend zijn om op glibberige ondergronden te
kuieren.
Sneeuw en flinke vorst, we zijn er haast niet meer aan gewend want het lijkt
steeds minder vaak en intensief voor te komen. Toen ik nog jonger was dan nu
ben ik nog wel eens gestrand met mijn Solex omdat de sneeuw mijn opgevoerde
motortje, ik haalde wel 38 km per uur, onder de sneeuwlaag verdween. Voor de
mensen die niet weten wat een Solex is; dat was een zware fiets waarop onder
je stuur een motortje zat hetwelk via een rolletje het voorwiel aandreef. Ik
kan me niet meer herinneren dat we ooit nog zo’n laag van dat witte spul
hebben gehad. Het verkeer werd in die tijd totaal stilgelegd bij gladheid of
veel sneeuw want er was niet meer veilig te rijden. Je bleef wel binnen als
het zulk pokkenweer was want voor je het wist brak je een ledemaat of erger.
Het was dan ook zeer verbazingwekkend dat ik vorige week in een politie
bericht las dat iemand met een snelheid van 170 kilometer per uur was
aangehouden op een spekgladde weg. Ik vraag me dan echt af of mensen
misschien niet eerst een psychologische test moeten ondergaan eerdat ze het
rijbewijs krijgen, want als je zoiets doet is er toch echt een adertje
verkeerd ontwikkeld in je koppie. Ik weet ook wel dat de noodzaak om de weg
op te gaan tegenwoordig helaas groot is, want iedereen moet naar zijn werk
en het openbaar vervoer komt slechts op plaatsen waar je niet hoeft te zijn.
Als ik echter hoor dat er weer een kettingbotsing heeft plaats gevonden,
waarbij gelukkig geen gewonden vielen, en waar de politie de oorzaak zocht
in te hard rijden dan heb ik wel zo mijn bedenkingen. Ik heb mensen
gesproken die op dat moment ook op die weg reden en vertelden dat ze
stapvoets reden maar dat er geen houden meer aan was door de gladheid.
Natuurlijk draai je al snel een pirouette a la Sjoukje Dijkstra als
het zo glibberig is. Als je het helemaal goed wil zeggen dan kun je het
beter hebben over die kl.. uh, vervelende gladheid die het zelfs onmogelijk
maakte om zachtjes te rijden. Ooit strooide men de as uit de kachel voor de
deur om gladheid te bestrijden, maar ja, met die combiketels is dat niet
meer te doen, die krijg je niet open! En nodig is het ook niet want je kunt
bij de gemeente werf zomaar gratis, hoe bestaat het, strooizout krijgen.
Maar ook dat strooien raakt al in onmin want je ziet het zelden. Vaak maakt
daardoor de postbode en deurwaarder een acrobatische slalom met het risico
op heupgewrichten kneuzing om bij je huisdeur te komen. En toch is het niet
zo moeilijk om je ‘eigen straatje’ een beetje bij te houden, even lekker
vegen en strooien, moet kunnen toch? Hollanders stonden ooit bekend om hun
kuisheid, nou vergeet het maar! Bij ons in de tuin lag laatst de complete
verpakking van een broodje shoarma, gewoon neergeworpen door een onverlaat
met een volle maag maar zonder fatsoen. Misschien ook maar een
psychologische test voor fastfood gebruikers? Maar ik had het over de
sneeuw, die mooie witte rommel waar je zulke leuke dingen mee kunt doen.
Prachtige landschappen ontstaan er door en de creatieveling maakt er leuke
sneeuwpoppen van, al zijn de sceptici weer tegen een dergelijk fenomeen
omdat je er een pijp en kolen voor nodig hebt. Kolen voor de ogen en een
pijp in de mond en als neus nam men een winterpeen. Tsja, dan heb je
tegenwoordig een probleem want hoe kom je aan kolen? Roken mag niet dus een
pijp is aanstootgevend en die winterpeen wordt meteen gejat door de eerste
de beste minderbedeelde. Soms denk ik wel eens terug aan die mooie plaatjes
van Anton Pieck, de landschappen met sneeuwpoppen en sleetje rijdende
kinderen met strikjes in de haren. Waar is die gemoedelijkheid gebleven? Of
was die er toen al niet meer?
Jan
Koopmans
|