Weekje afzien
Soms is een mens het zat
en soms ben ik dat zelfs. Ik schrijf en tik nu al bijna zo’n twintig jaar
me vierkant in de rondte en doe een deed dat meestal ook nog met plezier.
Zoals mensen die me kennen weten is het niet alleen deze krant die ik
wekelijks voorzie van letters in de goede volgorde, maar doe nog wat
‘dingetjes’ meer. Hoogvliet Digitaal, Mooi Hoogvliet en nog wat websites
moeten ook bijgehouden worden, net als de organisatie voor gelijkgestemden
die ik ooit opzette met mijn Jootje. Een privé-leven hebben we nog wel,
maar soms bestaat dat uit communiceren via de computer, al praten we
gelukkig ook enorm veel van face to face. Ik loop de laatste tijd best wat
op mijn tenen, druk druk druk, iedereen zegt het maar ik heb het ook echt.
Steeds vaker moest ik dingen verstek laten gaan omdat ik geen tijd had er
heen te gaan, dat is niet goed natuurlijk. Het was even zwart voor mijn ogen
en wilde overal mee stoppen, maar ja, stoppen en wat dan? Het grote zwarte
gat wil ik nog maar even niet zien, dat mag nog wel veertig jaar wegblijven
wat mij betreft. Dus heb ik alle zeilen maar weer bijgezet en probeer nu van
mijn werk weer hobby te maken, net zoals dat ooit andersom gebeurde. Voor
deze krant doe ik graag mijn lettertjes op het scherm ‘toveren’ en al
die andere dingen…ach..wie weet komt dat ook weer goed. Het zogenaamde
‘afgebrand’ zijn zie en hoor ik vaak om me heen, veel
‘wegtimmeraars’ gingen me voor en laten me zien hoe het niet moet.
Probleem is vaak dat je het zelf niet ziet, je denkt dat alles kan en dat je
eeuwig 18 blijft, een foutje in de mens want lichaam en geest verkeren niet
in dezelfde leeftijd.
Een avondje lekker weg naar een bevriende mede Hoogvlieter, afgelopen
weekend, deed me niet alleen genieten van zijn feestje maar ook inzien dat
het leven meer is dan zwoegen, werken, ploeteren en afzien. Ik sprak daar
verschillende mensen uit diverse disciplines die hun sporen meer dan
verdient hebben in het Hoogvlietse. Ik kreeg adviezen en hoorde hun meningen
met graagte aan, zij kunnen het weten toch? We waren als Hoogvlieters onder
elkaar, inwoners van een zeer eigenzinnige ‘stad’ die heel graag
zichzelf wil blijven en niet wil worden opgeslokt door de Coolsingel. Ja ik
weet het, ik hoorde het zo vaak, ik doe het mezelf allemaal aan, maar ja
achter de geraniums zitten kan altijd nog, hoewel, dat is vast verboden in
bejaarden tehuizen. Ik kwam op het feestje ook nog onze eigen trouwe Joop
tegen, u weet wel die columnist van ‘die andere’. Typische man die Joop,
stropdas om en haar in de plooi terwijl de dresscode was: informeel en in
Hawaï shirt, hij blijft eigenwijs. Zo’n avond informeel zijn is goed voor
de mens, niks memorecorders of kladblok, gewoon lekker genieten en
ouwehoeren. Ik heb lekkere hapjes genomen en dingen gegeten waarvan ik geen
notie heb wat het was, maar het smaakte. Mijn Jootje, eega dus, wilde dat ik
mee ging om een dansje te doen op de grote glimmende vloer. Maar al van
jongs af heb ik niets met dansen, sorry Piet, dus hield het maar bij kijken
naar anderen die zich een hernia huppelden. Ooit heb ik het eens geprobeerd,
dat was nog bij Sitton in Schiedam. Ik had eerst de kat uit de boom gekeken
en rende toen vol zelfvertrouwen de dansvloer op. Helaas was de vloer
gladder dan ik dacht en maakte een achterwaartse salto met schroef en
belande tussen de benen van een petticoat dragende schoonheid. Helemaal
duidelijk is me die avond niet meer maar ik weet wel dat me de toegang tot
de dansschool werd ontzegd en dat ik vier weken lang mank heb gelopen. Nee
dansen laat ik aan anderen over, veel te ingewikkeld en bovendien kun je
zittend veel beter de muziek horen. Ondanks dat ik op voornoemd feestje dus
niet heb gedanst ben ik wel geraakt door de gesprekken die ik heb gehad met
mede Hoogvlieters, ze deden me de ogen openen en ik zie het nu toch allemaal
wat helderder en weet wat ik wil. Elkaar even een handje toesteken als het
nodig is, waar kom je dat nog tegen? Ik ben trots dat ik Hoogvlieter ben, al
kom ik oorspronkelijk uit de Overijsselse klei. Hoogvliet is en blijft voor
mij zo gek nog niet, bedankt rakkers!
Jan Koopmans
|