De Columnist

Jan Koopmans

 


Klik hier voor al Jan's oneliners

Jan's stukkie
Week 40

eerdere columns:
    Weekblad Hoogvliet
    Maaspost
    Radio
    Overige

Terug naar Hoogvliet

Nu zit u een stukje van me te lezen terwijl ik nog onderweg ben vanuit het verre Limburg naar mijn eigen Hoogvliet. De techniek is toch maar wonderlijk he? Als ik straks thuiskom in Tussenwater dan ligt op de mat mijn column die ik schreef voordat ik met vakantie ging, het lijkt wel een soort geschreven jetlag. Ik ben dat ook helemaal niet gewend, meestal brei ik mijn stukjes vlak voor de deadline. Je hoort het eigenlijk niet te laten merken dat je er even niet was, maar ik hou nu eenmaal van openheid dus verklik ik netjes dat deze column vooruit is geschreven.
Hopelijk is alles in Hoogvliet nog normaal als ik straks de stadsgrenzen van mijn dorpje weer binnentrek met mijn Jootje achterin. Ja Jolanda gaat altijd achterin zitten want ze is bang in de auto. Ik hoor u al denken: ‘Zou ik bij jou ook zijn’, maar daar ligt het niet aan hoor, ik rij al bijna 40 jaar en heb slechts één aanrijding gemaakt en maar twee bekeuringen gehad, waarvan de laatste 15 jaar geleden was. Vroeger reed ik soms meer dan een ton per jaar, tegenwoordig tank ik zo weinig dat ik de brandstofdop eerst moet los beitelen. Nee, Jootje is bang omdat sommige vrachtwagens zo groot zijn en vaak, volgens haar, ineens naar links komen. Het was voor haar ook de reden om tijdens haar rijexamen tegen de examinator te zeggen: ‘ik ga terug, ik durf niet op de weg’. Zonder roze papiertje en bij elkaar zeker een paar duizend gulden armer, vanwege de lessen, is Jo nu mijn vaste bijrijder zonder stuurkracht. Op zich niet zo erg hoor, ik stuur wel als het moet. Het was als het goed is in Hoogvliet ook zonder mij best uit te houden denk ik, alles draaide vast wel door, er zijn weer woningen gesloopt en eerste palen geslagen. Kunstkop heb ik moeten missen, dat spijt me wel want dat is nou juist iets wat je als Hoogvlieter zeker moet meemaken. Maar ach, als het meezit komt er volgend jaar wel weer een, ja toch? De tijd gaat trouwens dit jaar wel snel, heeft soms iemand de zon een zetje gegeven? Eind deze week is het alweer oktober, nog even en we zitten weer met een schijnheilige (de sint met zaklamp) en een fantast, die zich door herten laat voortrekken door het luchtruim, opgezadeld. Maar eerst nog maar even genieten van het najaar, beetje de tuin opruimen, (laat ik Jootje doen) naar de kapper (doet ook Jootje) en lekker relaxen (doe ik zelf wel). De laatste drie maanden die dit jaar nog te bieden heeft ga ik zeker goed besteden om plannen te maken voor het volgende jaar. Natuurlijk blijf ik u van dit soort epistels voorzien, maar ik wil toch wel wat meer structuur gaan brengen in al die andere dingen die ik doe, daar schreef ik reeds eerder over. Ik zou eigenlijk ook meer moeten bewegen, maar om nou meteen bij de Korte aan te kloppen lijkt me overdreven, ze hebben daar vast niet z’n langzaam programma dat ik het een beetje bij zou kunnen benen. Naast het vele computerwerk moet ik duidelijk op zoek naar iets anders zodat ik niet meer in de zitstand hoef te slapen. Vroeger kon ik heel goed rolschaatsen, misschien ga ik dat wel doen. Ik had van die mooie Esme rollers met metalen wielen, zalig! Maar ja, mijn Jo denkt dat het geen gezicht is, een Jan met buik over de Aveling. Heb ook nog aan boksen bij Ome Jan zitten denken, maar je tegenstander schijnt terug te slaan dus ook al niks voor mij. Een stevige wandeling door het Ruigeplaatbos is ook een optie maar daar lopen van die vreselijk tamme koeien die ik niet vetrouw, dus ook maar niet. Gezien mijn leeftijd zou ik naar de gym voor ouderen moeten, maar ja, daar ben ik toch weer te jong voor hoor. Het is niet dat ik niet wil hoor, maar alles wat beweegt kost zo’n moeite! Ooit zat ik op een schietvereniging, deed top tafeltennis, liep ik dagelijks 20 kilometer hard en zelfs judo en karate waren me niet vreemd. Ik vree met meisjes op en onder viaducten, danste de horlepiep in de disco en slenterde gerust midden in de nacht vanuit het centrum van Rotterdam terug naar huis, waar is die tijd gebleven? Nu ben ik een nette vader met welvaartspoiler die al een rood hoofd krijgt als hij één van de vijf kleinkinderen moet optillen. Maar ach, wat maakt het uit, ik ben weer in Hoogvliet en hier komt alles vast weer goed.

Jan Koopmans


TERUG





Stichting Hoogvliet Digitaal
www.hoogvliet.org