Watervrienden
Vroeger, ja hoor mij nou, had mijn vader een aquarium, nee niet zo’n
hightech bak van tegenwoordig maar gewoon een stalen frame met wat ouwe
etalageruiten er in die met stopverf op hun plaats bleven. Onderin wat
metselzand en wat kiezels uit de sloot en klaar was het gluurglas. Een paar
goudvissen er in en alles zwom en dreef heerlijk rond. Wat planten uit de
naburige modderpoel maakten het geheel compleet en van borrelbelletjes en
biofilters hadden we nog nooit gehoord. Elk jaar gong de rubberen tuinslang
de bak in en liet mijn vader het water er uit stromen op onze achterplaats,
dat was feest want je kon dan zo lekker met je laarzen aan glibberen op de
natte steentjes. Vervolgens ging de slang weer op de kraan en werd de bak
gevuld met puur leidingwater met een hardheid, wat is dat eigenlijk, van
onbekende grootte. De vissen die tijdelijk in een zinken emmer hadden
gedobberd mochten dan weer terug op hun eigen stekkie en wij konden na een
paar dagen, als de nevel was opgetrokken, hen weer vrolijk aanschouwen. Dat
is allemaal anders geworden, tegenwoordig zijn aquariums helemaal van glas
dat met siliconenkit aaneen blijft. En het zand is twintig keer gewassen net
als de bijna steriele rotsblokken en ander gesteente. De plantjes komen uit
exotische landen en zijn vele malen genetisch gemanipuleerd zodat ze het in
de doorsnee bak goed doen. Zware filters en pompen zorgen er voor dat in die
waterbak het ideale zwemklimaat ontstaat voor de verscheidenheid aan
kleurige vissen. De houder van zulken spartelbak, (vrij naar ex minister van
Agt) waakt er voor dat er onoverkomelijke problemen ontstaan en test
regelmatig met zijn scheikunde doos de samenstelling van het water.
Ik heb ook een kennis die zich bezighoudt met het aquarium, een aardige vent
die normaal gesproken nooit iets geks doet, gewoon een doorsnee burger die
net als meer mensen op de kleintjes let. Vorige week deed hij weer mee aan
een keuring voor aquariums, dat doet hij wel vaker maar dit keer wilde hij
toch weer het beste uit de verf komen dus had hij alles in de strijd
geworpen. De labyrint vissen kregen een extra schrobbeurt en hun sprieten
werden gestreken, de guppen werden wat bijgetipt en van de mannetjes werden
de staarten een keer extra gekamd. De planten werden gesnoeid en kregen een
extra portie mest en ook het glas werd nog eens gelapt. Daags te voren was
hij al erg zenuwachtig, alles moest puik in orde zijn als de keurmeesters
kwamen want hij heeft heel veel respect voor dit soort mensen. Toen er vlak
voor de keuring een stukje leiding het begaf kon hij echter bijna naar het
crisiscentrum worden afgevoerd want radeloosheid en onmacht maakten zich
meester van hem, iets waar hij minder sterk in is. Gelukkig bleef de rakker
met beide benen op de grond en werden de herstelwerkzaamheden adequaat
uitgevoerd zodat de keuring alsnog door kon gaan. De uitslag is nog niet
bekend want de jury moet daar natuurlijk heel lang over beraadslagen en alle
aspecten van de biotoop mee laten wegen, een zeer gewichtige zaak uiteraard.
Zo ziet u maar dat het houden van een aquarium geen sinecure is en dat je
daar echt wel een heleboel kennis voor moet opdoen want voor je het weet
gaat er voor zo’n 1000 piek door de toiletpot naar de eeuwige
rioolwaterzuiveraar. Toch is een dergelijke hobby voor de mens anno 2004
niet zo gek, al dat jachten en zwoegen is niet goed voor de mens en dus is
iets lekker voor jezelf doen heerlijk. Onze vriend zoekt het in de guppen en
goeramies, een ander in lekker eten of pingpongen, maakt het wat uit? Zo
heeft iedereen een uitlaatklepje nodig, steeds maar met werk bezig zijn is
slecht voor je lichaam maar ook voor je ziel. Je kunt kiezen tussen een
lorazepammetje (prozakje) of
ontspanning, dat laatste is een stuk gezonder en houdt de dokter buiten de
deur, sorry doc, maar je hebt het toch al druk genoeg. Ik zelf doe het
helaas wel eens anders, bij mij moet soms best wel eens de rust kunstmatig
worden opgeroepen omdat ik aan leuke hobby’s vaak niet meer toekom, maar
ach, wil ik dat eigenlijk wel?
Jan
Koopmans
|