Week 45 | ||
eerdere columns: Weekblad Hoogvliet Maaspost Radio Overige |
Wa
zeggu? Ik had het plechtig
beloofd; ‘ik zet er niks over in de krant.’ Toch zijn er soms van die
dingen die je toch kwijt wilt, ook al was je het niet van plan. Vrienden en
kennissen wisten het al een paar weken; mijn gehoor was niet meer helemaal
wat het zijn moest. Sinds een paar jaar moet ik regelmatig mijn oren laten
uitspuiten omdat er op de een of andere wijze smurrie in gaat zitten, maar
ja, wat wil je als je ouder wordt? Mijn eega en de kinderen hier thuis
maakten er natuurlijk flink misbruik van door express zachtkens te praten en
me dan vervolgens voor ouwe lul uit te maken. Ik moest alles wat meer
‘gas’ geven, de radio, de politiescanner en ook de telefoon was soms een
crime. Dus vorige week vond ik eindelijk een gaatje om een bezoek te brengen
aan mijn huisarts. Dat was nog knap link want ik had hem een week daarvoor
nog in een column toegezegd dat minder patiënten voor hem gezonder zouden
zijn. Ik was vrij snel aan de beurt, dit mede dankzij de perfecte afspraak
die ik had gemaakt met de assistente, waar zouden we zijn zonder haar? Ik
mocht plaatsnemen in een zijvertrek waar de dokter in zijn ‘vrije tijd’
door de microscoop gluurt en uitstrijkjes oppoetst. Ik moest daar nog even
wachten en tuurde naar buiten, een grote tuin met veel verdorde bladeren,
maar ja, een arts is nu eenmaal geen tuinman. De dokter riep ondertussen de
volgende patiënt en gluurde hierbij even in het kamertje waar ik zat te
wachten op de dingen die gingen komen. ‘Zo Jan, durf je hier nog te
komen’ riep hij en ging vervolgens met de patiënt naar zijn spreekkamer.
Ik durf alles, dus zelfs naar een dokter te gaan, als hij maar niks engs
doet. Ondertussen kwam de assistente terug, ze had even telefoon tussendoor,
en stelde meteen voor dat ik de griepprik maar zou nemen. Nou vooruit dan
maar, ben er nu toch en een gaatje meer of minder maakt me ook niet uit. Na
de griepprik, waar je trouwens geen moer van voelt, kregen mijn oren de
aandacht. Bonken ellende bleken er in te zitten! De assistente deed haar
best maar mijn oren zijn nu eenmaal van het vasthoudende type en dus moest
ze meerdere keren met de schuimblusser mijn bevallig oortje in. Ik zou niet
in de krant zetten dat ze hierbij ook mijn gezicht een keer onderspoot, dus
dat moet u missen. Maar uiteindelijk lukte het, zeker toen de dokter zelf
even hielp, die man spuit een stuk harder trouwens. Een pokkenherrie gaf me
te kennen dat mijn tijdelijke doofheid voorbij was en dat alles verder nog
in orde is. Even was ik bang geweest dat het een echte doofheid was en ik me
een nieuw oor moest laten aannaaien. Jan
Koopmans |