Volkorenbrood
Bent u ook naar het circus
geweest vorige week? Nou, ik niet maar mijn eega is er met wat kroost wel
naar toe gegaan want ik had vrijkaartjes gekregen, tja, een vliegende kraai
vangt altijd wat… Ik ben niet zo gek op circus, dat gegooi met elkaar door
de lucht en al die enge beesten die naar de dompteur grommen terwijl hij met
een bullwhip staat te dreigen. Een bullwhip is een lange zwieperige zweep,
voor het geval uw zwepenkennis niet zo ver reikt. Mijn eega had ondermeer
onze één na jongste kleinzoon meegenomen en die schrok eerst wel even van
de olifant, want die was beduidend groter dan die in het plaatjesboek thuis.
Toch wist hij meteen dat het een olifant was, al heel knap voor een joch van
amper twee jaar. O, ja, nu zult u denken dat ik toch ben meegegaan, maar nee
hoor, ik heb het verhaal van mijn trouwe Jootje die het me allemaal
vertelde. Ze vertelde ook dat er lenige meiden waren in strakke pakjes die
ik zeker leuk had gevonden, wat kent ze me toch. Wel jammer dat haar
fotocamera het na een paar foto’s af liet weten, nu moet ik het doen met
wat fantasie.
Zo kreeg ik ook te horen dat er iemand uit het publiek werd gekozen, hij zat
pal achter mijn eega, die de eer kreeg om vastgeketend aan een stellage met
messen werd bekogeld. Gelukkig zijn er geen dooien gevallen maar de man in
kwestie vertelde wel achteraf dat hij peuken had ge…. Zo ziet u maar dat
een circus toch heel wat te weeg kan brengen in een plaats als de onze.
Ook een heel circus was het toen ik deze week op bezoek was bij zanger Ben
Hendriks die ik aantrof bij Hans Eindhoven, u weet wel die autofreak. Een
hele toestand wel hoor, Kees Hageman was er en ook talrijke familie en
vooral de joekels van Hans en eega die ze zelf nog honden durven te noemen,
ze zouden het tussen de circusolifanten niet slecht doen. Er moest
natuurlijk een foto worden gemaakt, zie daarvoor de voorpagina van deze
krant, en Aad onze fotograaf zou zichzelf niet zijn als er weer niet iets
veranderd moest worden aan de entourage. In delegeren is onze fotograaf een
kanjer, zelf iets oppakken dat meer dan een ons weegt heb ik hem zelden zien
doen. Dit keer had hij het idee om op de rand van de fraaie fontein die in
de tuin stond, een marmeren plaat van een monument elders in het
‘hansenpark’ te nemen om op te kunnen zitten. De arme zanger en nog
armere Kees tilden zich bijna een breuk maar de plaat kwam precies waar onze
kiekjesmaker hem wilde hebben. Het was wat bewolkt maar toch kreeg de
fotoman er een mooi plaatje van. Jammer wel dat de fontein in werking was
gebleven en de drie heren een natte broek kregen van de spetters, maar ja je
moet er wel wat voor over hebben om op de voorpagina te komen. Het was de
afgelopen week voor mij toch wel een enerverende hoor want ik heb wat
afgetuft over ’s herens wegen. Zo ben ik ook in Pernis geweest, het blijft
een heerlijk dorp, waar ik terecht kwam bij een echte warme bakker. Leuk om
het allemaal weer eens te zien want ooit had mijn moeder ook een
bakkerswinkel. Toen ik met de bakker sprak kreeg ik weer hele visioenen van
tompouce’s waarvan de randjes werden afgesneden en in mijn buikje
verdwenen. Ik mocht dat altijd van mijn moeder want ik kon het wel hebben.
Ik was destijds een gratenbaal dus een beetje gezonde pudding met wat
geslagen zuivel er op kon geen kwaad. Helaas is later toch de
onvermijdelijke ‘welvaartspoiler’ ontstaan ter hoogte van mijn navel. Ik
kreeg van deze bakker een heerlijk volkorenbrood mee, nee ongesneden want
dat wilde ik zelf doen op nostalgische wijze; onder de arm en dan met een
groot mes plakken er afsnijden. Ik weet nu nog niet hoe moeders dat ooit
deden maar ik ben maar overgegaan op gewoon snijden op de broodplank, mij
lukte het zo niet. Moet wel zeggen dat het heerlijk smaakte, daar kan van
der Meer en Schoep niet bovenuit! Misschien bestaan ze daarom wel niet meer?
Echt brood van de warme bakker, beter kun je niet krijgen. Nee hoor beste
lezer, ik werk niet voor een promotiebedrijf van het bakkerswezen, ik vind
het gewoon lekker. Wat ik wel probeer te zeggen is dat we in de tijd van
internet en namaak ook eens moeten denken aan puur, het echte circus, de
echte humor en vooral het echte brood op de plank.
Jan Koopmans
|